Ik schreef nog terug
Naar de man net voor de pil,
dat ik heel erg van patroontjes houd.
Van textuurtjes.
Omdat je daar zo lekker overheen.
Zo met je vingers
En dat die dan tintelen.
En het voelt alsof iemand anders
Je haren streelt.
Hij loste langzaam op
En in mijn aderen
kwam een voor de avond net gunstig genoeg,
genoeg gevoel.
Om te ontdekken
Dat ik naaldjes in mijn vingertoppen had.
Hard door het glas gewuifd,
Alsof ik afscheid nam.
De man die zo van textuurtjes houdt,
Heeft niet zo veel aan symmetrie.
Niet als je toch maar,
Zoals vandaag,
Maar half
naar de hemel kijkt.