Over onder de armen (Ode aan café de Palm)

De haan onder de arm van de dronken stamgast
kraaide schel boven de bedorven brie
op het beschreven servet.
Een residu van een verloren dichter
met drinkschuld, zojuist afgedropen.


De stamgast kroelt de mannenkip,
een laissez-faire voor het ontwaken, vast.
Maar daar van is vooralsnog geen sprake.
Eerst nog volgt de roes na wijn
en een belofte aan de ochtend,
na een waardig samenzijn.

De haan kraait minder schel,
als gaf hij het op- ter minne hartig

de stamgasten te vermurwen
op het servet te schrijven.
De belofte aan wat komen gaat,
aan mondhoeken gedept zien,
aan neuzen gesnottert.
aan de ogen gedroogd.


Renk van Oyen; 24-12-2016

Getagd , . Bladwijzer de permalink.

Reacties zijn gesloten.